Didactisch handelen
Uitgangspunten didactisch handelen:
Weten hoe leren werkt
Vanuit de cognitieve leerpsychologie is steeds meer bekend over hoe leren werkt in het brein. Dit ligt aan de basis van het didactisch handelen van de leerkracht: als je weet hoe leren werkt, kun je beter inspelen op de behoeften van de leerlingen.
Meer over dit schema is te zien in dit filmpje. Vanuit dit schema komen een aantal aspecten naar voren die van belang zijn in ons onderwijs:
- Wetende dat het in ieder brein zo werkt, hebben we de overtuiging dat ieder kind kan leren (hoge positieve verwachtingen).
- Vanuit rust, regelmaat, ritme, routine en relatie zorgen we voor voorspelbaarheid. Hiermee minimaliseren we de belasting van het werkgeheugen en dit is bevorderend om tot leren te komen.
- We hebben gekozen voor het EDI-instructiemodel, omdat in dat model rekening wordt gehouden met de werking van het brein.
Expliciete Directe Instructiemodel
De instructie bij de kernvakken wordt gegeven aan de hand van het instructiemodel Expliciete Directe Instructie (EDI). Dit wordt nader beschreven in de Kwaliteitskaart EDI.
- Met ons hoge spreidingsgetal hebben we te maken met kinderen die verschillen in mate van voorkennis. In de EDI-lessen houden we daar op verschillende manieren rekening mee: We zijn ervan overtuigd dat school de gelijkmaker is: we zorgen dat iedereen het lesdoel behaalt, eventueel na verlengde instructie.
- In het EDI-model gaan we uit van flexibele groepering: het begrip van de leerling tijdens de les, en niet de eerdere scores, bepaalt wanneer de leerling uitstroomt in de les. Dat doen we omdat we ervan overtuigd zijn dat een vaardigheidsniveau niet vaststaat.
- We stellen CVB-vragen op verschillende niveaus aan de hele groep.
- We zorgen voor een verdiepende opdracht passend bij het doel.
- In de zelfstandige verwerking hebben alle kinderen na de inoefening van de basisstof de mogelijkheid om te werken aan uitdagend lesmateriaal.
Hoge positieve verwachtingen
Verwachtingen zeggen iets over een inschatting waar iets of iemand staat in de toekomst t.o.v. waar iets of iemand vandaag staat. Laat er geen misverstand over bestaan: verwachtingen heeft iedereen.
Met de grote spreiding op onze school vinden we het essentieel om bewust te werken vanuit hoge positieve verwachtingen. We weten uit onderzoek (Rosenthal, 2011) dat de ontwikkeling van leerlingen sneller verloopt als we hoge positieve verwachtingen van leerlingen hebben:
- het biedt gelijke kansen voor alle leerlingen.
- het heeft een positief effect op leerresultaten.
- de self efficacy van leerlingen neemt toe.
- het heeft een positieve invloed op gedrag, motivatie en welbevinden.
Een hoge ambitie alleen is niet voldoende, het gaat erom hoe je leerlingen steunt om die ambitie te bereiken. Hoge positieve verwachtingen zitten in het hier en nu: in je instructies, in de vragen die je stelt en de feedback die je geeft. In Bijlage 1 – Hoge positieve verwachtingen in ons handelen is te zien hoe dit concreet terugkomt in ons handelen.
In het stellen van vragen en het geven van feedback baseren we ons op de principes van didactisch coachen.